SS Jaguar SS100. En een feestje.

[keesh]

De Jaguar Daimler Club Holland is een club waar ze de niet bang zijn voor evenementen waar veel werk in zit. En een van de grootste breinen achter die exclusieve evenementen is Rob van Pernis.

 

   

 

HAPPY BIRTHDAY SS-EVENT

De geboortedag van Sir William Lyons op 4 september is de aanleiding om de ‘oudere’  SS-en en Jaguars eens extra in het zonnetje te zetten. Dit jaar valt 4 september echter op een woensdag, daarom is het feest om de geboortedag van van Sir William Lyons, de oprichter van de Swallow Side Car company en Jaguar, te vieren op zaterdag 31 augustus. De locatie is The Gallery in Brummen.

Deze dag is er een bijzonder programma samengesteld geheel in het teken van de Swallow Austin Seven van bouwjaar 1927 tot en met de Jaguar Mk IV uit 1948.

 

EN DIE SS MODELLEN, DIE HEBBEN EEN HELE HISTORIE

Feitelijk was Swallow, dat in 1922 was opgericht, in directe lijn en via de afsplitsing in 1933 van SS Cars de stamvader van Jaguar. ‘SS’ stond natuurlijk voor ‘Swallow Sidecars’, later voor Swallow Special. Maar bij monde van sir William Lyons zelf staat ‘SS’ bij de vooroorlogse ‘Jaguars’ al voor ‘Standard Swallow’. En dat die merkaanduiding na de tweede wereldoorlog niet het toppunt van strakke marketing leek? Daar werd dus wat op gevonden. SS Cars werd ‘Jaguar’.

Sir Lyons had die naam volgens overlevering gekozen uit 500 dierennamen. En het is voorwaar geen slechte keuze gebleken.

Maar hier gaat het over de SS automobielen tot en met de latere Mk4’s.

 

HET VOORSPEL

Vooruitlopend op wat er komen gaat: Voor dit evenement heeft de JDCH, heeft Rob van Pernis, een enorme berg zoek- en speurwerk gedaan. Want: “Wie heeft zo’n pré-Jaguar?” “Hoe vind ik en bereik ik die mensen?” En dat waren dan alleen nog maar een paar basale vragen. Dat was het begin.

De speurtocht van Rob van Pernis was Inspector Morse waardig geweest. En hij heeft zijn ‘zaak’ keurig opgelost. Op wat losse eindjes na.

 

MET DANK AAN DE RDW

Met dank aan een uitgebreid netwerk en de prettige medewerking van de RDW is het gelukt een magistraal aanbod aan SS cars en hun directe afstammelingen te verzamelen. Zelfs het vinden van eigenaars die wel zulk moois koesterden, maar u daar niet in wilden laten delen heeft als voordeel gehad dat er nu een vrij compleet register van auto’s en eigenaren is opgezet.

Tussen 1 932 en 1936 maakte SS Cars voornamelijk gebruik van door de firma ‘Standard’ geleverde rollende onderstellen inclusief de motoren van Standard. De beide ‘Williams’ Lyons en Walmsley zorgen ervoor dat de aangeleverde waar voorzien werd van de mooiste koetswerken. Daarbij werd aan details gedacht: de ‘krullen’ van de bumpers waren met lood gevuld. Tegen het trillen.

 

DE KOETS WAS HET BELANGRIJKSTE

Verder waren de SS modellen feitelijk kenmerkend voor auto’s die door een carrosseriebouwer werden gemaakt. De looks waren fantastisch, de techniek was vrij behoudend. Een eenvoudig chassis, bladveren en een bewezen goede, maar zeker niet exotische motor. Dat blok kwam van Standard, maar Harry Weslake en William Heynes hadden de motor wat extra geknuffeld. Op het laatst hadden de SSsen Weslake koppen en dubbele RAG carburateurs.

 

NIET ALLEEN ‘THE SHOW’ NU OOK ‘THE GO!’

Daarmee werd de ‘reputatie’ van de SS modellen dat ze meer voor ‘the show’ dan voor ‘the go!’ waren ondervangen. Dankzij Weslake werden de 2,5 liter zijkleppers geen 70-, maar 90 pk sterk. Achter dat blok zat een vierversnellingsbak waarvan de hoogste drie versnellingen gesynchroniseerd waren. De trommelremmen kwamen van Girling en werden bediend door een stangenstelsel.

De SS1 was dan ook met zijn Rudge-Witworth spaakwielen een heel mooie automobiel met redelijke prestaties. Maar hij gaf enorm veel waar voor zijn geld. Want hij was nog eens ‘goedkoop’ ook. De 6 cilinder zijklepper onder de kap kwam dus van Standard en leverde bijna 50 pk uit 2054 cc of 2552 cc en 63 pk. Later werden de vermogens 53- en 62 pk.

Oorspronkelijk was de SS gedacht als vierzitter met een vast dak. Maar vanaf maart 1935 waren er ook open tweezitters beschikbaar. Die schoonheden heetten SS90, waarbij dat getal stond voor de topsnelheid in mijlen per uur. Er zijn er overigens maar 23 van gemaakt.

 

DE EVOLUTIE

In 1938 evolueerde de productie van saloons en dropheads van koetsbouw (met houten spanten) naar staal en werd een 3½-liter motor aan het assortiment toegevoegd. De 2½-liter en 3½-liter auto’s hadden hetzelfde chassis en carrosserieontwerp, hoewel het nodig was om een bredere radiator te gebruiken voor de 3½-liter versie. De nieuwe 1½-liter voor 1938 gebruikte dezelfde carrosserie als de zescilinder auto’s, maar op een korter chassis en de nieuwe grotere 1776 cc-motor had kopkleppen gekregen.

 

SS JAGUAR 100 1938

De nieuwe open tweezitter sportwagen droeg de titel: SS Jaguar 100. Er zijn slechts 198 van de 2½-liter en 116 van de 3½-liter modellen gemaakt en met hun toen indrukwekkende topsnelheid van 100 mph (160 km/u) en 0-100 km/u tijd van 11 seconden zijn de overlevenden zeer gewild. Ook omdat ze maar zelden op de markt komen.

 

DE LAATSTE SWALLOW

Dorothy Deen was het schoolvoorbeeld van een slimme blondine. Ze was ook een aantrekkelijke  jonge vrouw. En een slimme zakevrouw. Haar vader was Triumph autodealer in de US van A en zag wel een markt voor een Triumph TR+ of een ‘goedkope’ Jaguar beater. Daar kwam Frank Rainbow van Swallow Coachbuilding in beeld. En het gevolg was een onderstel torsiestijf, uit Reynolds 531 chroommolybdeen stalen buizen gemaakt chassis waarop om en aan zoveel mogelijk spullen uit de magazijnen van Standard Triumph. Om het geheel een wat exotische Europese naam te geven werd Dorothy’s naam vriendelijk verbasterd in Doretti. En Dorothy naam de marketing in handen. Dat deed ze zo succesvol dat Standard Triumphs Richardson de Swallow Doretti als concurrentie voor zijn eigen TR’s begon te zien. En bij Jaguar, een grote staalafnemer van Reynolds, zagen ze de plaatmooie en luxe Swallow Doretti als hinderlijke concurrent voor de XK 140. Dat was dus het einde van de Swallow Doretti. Er zijn er 276 van gemaakt. Er zijn nog circa 170 overlevenden.

 

DIAL ‘F’ FOR ‘FAKE’

Het populariteit van de legendarische SS reeks is groot. De vraag overtreft het aanbod. De immer flexibele marktwerking heeft voor een listige oplossing gezorgd: er zijn ‘replica’ SSen gemaakt en te koop. En pure ‘vervalsingen’ die pretenderen echt te zijn. De kwaliteit van het aanbod ligt tussen een SS 100 op VW Kever onderstel tot ‘tribute’ of ‘recreation’ cars die (bijna) niet van echt te onderscheiden zijn. En de ‘Panthers’. Die kunnen natuurlijk ook heel begerenswaardig zijn. Maar ze zijn niet authentiek. En dat geeft een enorm spanningsveld bij ‘wat is hij waard? En: “wat blijft hij waard?”(BRON:AMK)